Die Überfahrt
3 Musketiere
De Overtocht
D'Artagnan:
Dus we komen nooit op tijd in Engeland aan.
Bootsmann:
De wind is te sterk.
D'Artagnan:
Jullie moeten me helpen! Alsjeblieft, mannen!
Bootsmann:
Hijst de zeilen, verdubbel de wacht!
Een orkaan komt op in deze nacht.
Matrosen:
Wat een waanzin, dat redden we nooit!
Morgen horen we bij de vissen, dat is ons lot.
D'Artagnan:
Hoe weten jullie dat we op de goede koers zijn?
Bootsmann:
De sterren wijzen ons de weg. Maar als de wolken dikker worden, moeten we omkeren.
D'Artagnan:
Geen sprake van!
Bootsmann:
Met de elementen is niet te spotten, D'Artagnan.
D'Artagnan:
De toekomst van Frankrijk staat op het spel. Jullie moeten me helpen! Alsjeblieft, mannen!
Matrosen:
Ons schip is maar een vlot, veel te klein voor deze reis.
Toch varen we zonder angst de duisternis in.
De duisternis in.
Elke golf slaat met koude wreedheid op het schip.
Van de mast kijkt de dood ons aan, de kust is nog ver weg.
D'Artagnan:
En we hebben nauwelijks nog tijd. Nee! (de mast breekt)
Matrosen:
Helder bliksem verlicht de nacht en het dondert, alsof de duivel lacht.
En de woeste, zwarte zee speelt met ons en gooit ons heen en weer.
D'Artagnan:
Vader, kun je me zien?
Laat de storm om me heen waaien.
Hoor je me?
Ik weet dat het me zal lukken!
In de ijskoude vloed geeft Constance me moed
zoals jij zal ik het kwaad overwinnen!
Matrosen:
Elke hoop vervliegt, als er geen wonder gebeurt.
Zullen we vandaag op de zeebodem slapen.
D'Artagnan & Bootsmann:
Als de mast ook breekt, wanhopen we nog niet.
Morgen liggen we veilig in de haven.
Matrosen:
Helder bliksem verlicht de nacht en het dondert, alsof de duivel lacht.
En de woeste, zwarte zee speelt met ons en gooit ons heen en weer.